Thursday, August 23, 2007

Reisverslag, at last!

Pas vandaag tijd gevonden om eindelijk een verslagje van onze reis te sturen. Sorry daarvoor. Eerst wat opruimen na onze reis, dan frigo defect zodat we enkele dagen op restaurant-eten aangewezen waren, defecte frigo na 3 dagen heen en weer telefoneren hersteld geraakt (uiteindelijk bleek dat de klusjesman van ons appartementscomplex het wisselstuk liggen had en het in een kwartiertje kon fixen, op zondagnamiddag), vandaag was ik dan aan de buurt om een hoofdstuk voor te stellen in de game theory reading group (presentatie heeft me toch enkele dagen voorbereiding gekost), … Maar ok, hieronder dus het verslag.

De eerste dag van de trip was het in feite enkel de bedoeling om wat afstand af te leggen richting onze eerste bestemming, nl. Yosemite. De reis begon via de mij zeer bekende weg naar Berkeley, daarna hebben we meteen een trend gezet door een fijne picknick te houden in een parkje en in de loop van de namiddag wist Steven de reisroute zo te leiden dat we plots zeerdichtbij de castle air force base passeerden: vliegtuigmuseum in open lucht (in dit geval dus in de brandende zon), maar wel een leuke afwisseling voor de lange tijd in de auto (een Chrysler mini-van trouwens, die net plaats bood aan 7 personen en onze baggage). ‘s Avonds geslapen in Mariposa in de Super 8, waar de enige 2 fatsoenlijke restaurants volgeboekt bleken en we dus aangewezen waren op een eerder bedenkelijk uitziende Mexicaan (meteen nog een trend gezet), maar het eten was wel ok.

Het eerste nationale park was Yosemite, waar zeer mooie rotsen te zien waren en ook enkele sequoia’s. Ik vond het achteraf gezien het park dat het meest Europese gevoel gaf. Het is een echte topattractie, zodat het er wel redelijk druk was. We (of beter enkelen onder ons: Steven, Annelies en Louise) hebben er gezwommen in de rivier en het was zeer gezellig. Enige tegenvaller was de wandeling naar de watervallen, waar wegens de zomerse droogte geen water te zien was. ‘s Avonds doorgereden naar Lone Pine, waar de pas lang na zonsondergang aangekomen zijn. Het duurde dus tot de volgende ochtend voor we konden zien dat we in een echt Western dorpje waren aangekomen in de High Sierra. Zeer mooi!


Ons tweede park was totaal iets anders: Death Valley. De woestijn dus. Borden langs de weg raadden aan om de airco uit te schakelen, zodat de motor van de auto niet oververhit zou raken, maar aangezien de buitenthermometer van onze auto op een bepaald moment 51 graden Celsius aangaf, hebben we dat advies toch maar heel af en toe gevolgd! Hoewel het dus echt niet te doen was om bij deze temperaturen langer dan 10 min aan een stuk uit de auto te blijven (onze kortste picknick ooit), hebben we toch enkele fenomenale dingen gezien, zoals Zabriskie point, painter’s pallet, sand dunes, … Ik vond dit het meest spectaculaire park, maar Louise vond het maar niks. Toen we haar bij Badwater even uit de auto haalden (ik schat een minuut of 2), begon ze meteen “Koud! Koud!” te roepen. Ze wou terug naar de auto met airco, wat we haar de rest van de dag dan maar gegund hebben.

‘s Avonds trokken we naar Las Vegas waar we een nacht verbleven in Excalibur. Na het grote niks van de woestijn vond ik een avondje uit wel een fijn idee, maar dat bleek een tegenvaller. Ik snap in feite niet wat men zo leuk vindt aan Vegas. Mensen die de hele avond naar een gokmachine zitten te staren, is eigenlijk gewoon zielig om te zien. Maar goed, een avondwandeling langs de strip (hoofdstraat met de belangrijkste hotels en dus casino’s) moet je wel eens meegemaakt hebben.

De volgende dag was er verbindingsdag gepland, waarbij we ons in essentie enkel maar naar de volgende bestemming moesten begeven. Dit gaf ons wat tijd om even “off the beaten track” te gaan, t.t.z. eens een park doen dat niet tot de top-10 van nationale parken behoort. We zijn naar het Valley of Fire state park geweest. Een openbaring, met Indianen-tekeningen en petrified trees. Maar wel warm, zodat we daarna besloten een plekje te zoeken om wat af te koelen. Dit werd lake mead, waar we een idyllisch strandje vonden (parking was er uiteraard niet, eerder een soort dirt road ernaartoe en dan de auto achterlaten op de rots). Eén van de hoogtepunten van de reis. Na het zwemmen kregen we honger en toen we terug de bewoonde wereld bereikten, zagen we net op tijd de grote M opduiken aan de horizon. Het werd onze eerste (en gelukkig ook enige) McDonalds drive through. Frietjes en cola in de auto, terwijl we door onze eerste (en niet enige) thunder storm reden. ‘s Avonds geslapen in Hurricane in de Travelodge.

Daarna richting Zion canyon, waar we de bus moesten nemen om de canyon te bezichtigen “There is no eating or drinking aboard this bus, except for water and we advice you to drink plenty of that” (wat sowieso trouwens een goede raad was voor de hele reis, want het bleef zeer warm). Weeping rock is absoluut de moeite, maar zo goed als onmogelijk te fotograferen. Op het eind nog een stukje te voet naar het smallere stuk van de canyon, maar een grotere wandeling zat er die dag niet in. ‘s Avonds geslapen in een motel in Tropic, waar (zoals in de meeste dorpjes waar we verbleven) exact 2 restaurants waren en er ‘s avonds absoluut niks te beleven was. Het enige wat er ‘s avonds nog te krijgen was, was water, cola of veel te zoete fruitsap uit een automaat..

De volgende morgen stond sunrise in Bryce op het programma. Aangezien we net op tijd bedachten dat Louisje een pakketreis naar een resort met zwembad, een regelmatig schema van zwemmen, speelplein en middagdutje en eten op vaste tijdstippen waarschijnlijk net zo plezant had gevonden als wij onze rondreis, besloot ik met Louise te blijven slapen terwijl de anderen naar de zonsopgang trokken. Daarna op het gemak ontbeten en Louise wat laten spelen op de trampoline en het speelpleintje van het motel. Daarna nog eens naar de highlights van Bryce bij daglicht. Een tweede thunder storm kwam opzetten, dus trokken we verder naar Torrey. De Days Inn waar we verbleven, had een zwembad en een hot tub en er was een tankstation met winkeltje waar we zelfs iets te drinken konden kopen.

Van daar uit bezochten we de volgende dag Capitol Reef. Mooi, maar bij Louise begon de vermoeidheid toch een beetje te spelen, zodat we het die dag rustig hielden. Annelies en Sara bleven bij Louise, de rest van het gezelschap maakte een wandeling in de Great Wash, zeer mooie canyon en zeer rustig. ‘s Avonds zijn we dan in Moab aangekomen, het eerste stadje van enige betekenis sinds Vegas. Daar verbleven we 2 dagen in de Days Inn.

De volgende dag stond er een rafting op het programma (terwijl Louise en ik het rustig aan deden op het lokale speelplein) en ‘s avonds hebben we Arches bezocht. Aangezien dat een klein en populair park is, was dat waarschijnlijk ook een goede timing, want het was er redelijk rustig. ‘s Avonds een fijne picknick bij zonsondergang en nadat het donker was geworden even opwinding omdat we een beer dachten te zien, maar het bleek uiteindelijk een gewone koe te zijn..

Daarna Canyonlands met een wandeling op de rim, wat voor zeer mooie beelden zorgde. ‘s Avonds verbleven we in de Super 8 in Blending. Troosteloos dorpje in the middle of nowhere. Tot overmaat van ramp was de hot tub in het motel buiten werking en bleken de wasmachine en droogkast toch niet van de beste kwaliteit. Maar niet getreurd, er was wireless access en we spendeerden de avond met kwissen.


De dag erna Gooseneck state park en dan richting Monument Valley. Foto’s zoals de postkaartjes of eerder de sigarettenreclame, maar zeker de moeite om eens in het echt te zien. Daarna opnieuw een rit door het grote niks. Net op tijd passeerden we een dorpje met een tankstation (waar ze trots aankondigden date er in de 4 windstreken geen enkel ander dorpje was op minder dan 80 mijl). Van daar uit even verkeerd gereden, maar ‘s avonds toch aangekomen in Chinly in de Best Western. De regen maakte het uitzicht van de lokale supermarkt met honden op de parking alleen maar nog troostelozer. We lieten het in een nieuwe kwisavond echter niet aan ons hart komen.

Onze volgende afspraak in Indianenland was Canyon de Chelley, waar we de geplande wandeling niet konden doen omdat het pad was afgesloten wegens onder water (na de regenbui van de vorige dag). Dan trokken we naar de Hopi mesa’s waar een Indianen-gemeenschap leeft, die het niet toeliet om foto’s te nemen. Ik vond het wel vreemd dat die mensen met een 200-tal boven op een berg blijven wonen, waar er nagenoeg geen voorzieningen zijn en volgens mij ook weinig te beleven is (al heb ik de Indianen-rituelen waar onze gids het over had uiteraard niet meegemaakt). ‘s Avonds reden we naar Flagstaff, een stadje van redelijke grootte, waar we zelfs wijn vonden in de supermarkt en ‘s avonds een spelletje Hints speelden.

Het laatste nationale park was de Grand Canyon. Na een wandeling op de rim en een drankje op een terrasje in de schaduw raakte onze camera zoek, zodat we geen foto’s konden nemen van de vlucht over de Canyon ‘s avonds. Gelukkig waren er nog camera’s zodat er toch beelden van zijn! Nog meer geluk de volgende dag toen Annelies met Louise iets ging drinken op hetzelfde terras als de dag ervoor (terwijl de anderen een wandeling maakten in de Canyon naar beneden) en onze camera daar door een ober was gevonden! De wandeling in de Canyon was uiteraard maar kort, maar lijkt wel de moeite om eens voor terug te komen en er dan twee dagen aan te besteden (1 dag dalen en 1 dag stijgen).

Na de Grand Canyon waren we een 12-tal uur en dus een dagje rijden van onze Californische woonst verwijderd. Hier terug aangekomen, hebben we nog twee dagen gespendeerd in en rond San Francisco. De eerste dag een zeer mooie en rustige barbecue aan de Marin Headlands (met zicht op de Golden Gate) en daarna een deel van het gezelschap (incl. mijn zus) een wandeling in de Headlands en een ander deel (incl. mezelf) naar de stad voor een ritje over Lombard Street en een wandeling langs Fisherman’s Wharf. ‘s Avonds ontstond er bijna een zusterlijk conflict toen we meer dan een half uur te laat op de afspraak waren om de wandelaars terug op te pikken, rekening houdend met het feit dat het hier ‘s avonds serieus afkoelt, redelijk vroeg donker wordt en er bovendien ook nog mountain lions wonen in de Headlands (en de wandelaars zeker nog de geur van de barbecue in hun kleren droegen) niet volledig onbegrijpelijk… De laatste dag hebben we het dan maar rustig en in 1 groep gehouden en zijn we lekker Italiaans gaan eten in North Beach. We waren eraan toe!

Meer foto’s van vooral zeer mooie natuur te midden van het grote niks zijn hieronder te zien.

1 comment:

Ginette said...

Wanneer ik jullie reisverslag lees kriebelt het om volgend jaar toch maar opnieuw naar de States te gaan....Het comfort niveau lijkt toch vééééééél hoger dan in centraal Azie
Mama